Mee voelen via een scherm. Een klik hebben met je behandelaar. Kan dat wel met online behandeling?

Toen de coronamaatregelen in maart geïntroduceerd werden en duidelijk werd dat ik plots online moest gaan behandelen, had ik zo mijn bedenkingen. “Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan”, dacht ik. Ik verwachtte dat er onvoldoende diepgang zou ontstaan. Bang dat ik belangrijke informatie zou missen. Ik kroop achter mijn laptop en liep virtueel de huiskamers binnen van de gezinnen met wie ik destijds werkte. Ik voelde me onthand omdat ik niet kon zien of iemands voeten trilden van de zenuwen en omdat ik dacht minder op mijn intuïtie te kunnen varen via een scherm. Dit zou de therapeutische relatie vast onder druk zetten!

De therapeutische relatie
In vakliteratuur wordt de band of connectie tussen cliënt en therapeut werkrelatie genoemd, of therapeutische relatie. Voel je je op je gemak bij je behandelaar? En je behandelaar, voelt die zich op zijn gemak bij jou? Zitten jullie op dezelfde golflengte? De effectiviteit van therapie valt of staat grotendeels met de werkrelatie[1]. De werkrelatie heeft een veel grotere invloed op het wel of niet slagen van de therapie dan de behandeltechniek die gebruikt wordt! De kwaliteit van de werkrelatie met je behandelaar wordt voor een groot deel bepaald door de mate van mentaliseren[2]. Je mentaliseert als je beseft wat er omgaat in je eigen psyche of de psyche van iemand anders. Je mentaliseert als je peinst over de vraag: “Waarom heb ik dat eigenlijk gedaan?”, of als je je afvraagt: “Heb ik door dat te zeggen zijn gevoelens gekwetst?”[3] Wanneer het een behandelaar goed lukt om stil te staan bij wat er in je omgaat, voel je je beter begrepen en ga je je uiteindelijk ook beter voelen.

De online therapeutische relatie
Maar hoe zit dat bij een online behandeling? Waren mijn bedenkingen terecht? Norwood en collega’s[4] concluderen dat de werkrelatie bij videobellen over het algemeen lager is, maar dat dit geen invloed heeft op de werkzaamheid van de therapie. In 2019 komt uit ander onderzoek naar voren dat behandelaren de online werkrelatie als even goed beschouwen als een face-to-face werkrelatie[5]. Recent onderzoek laat daarnaast zien dat het mogelijk is om online een therapeutische relatie te vormen tussen cliënt en behandelaar, en dat deze relatie bestaat uit voldoende diepte om verschillende thema’s door te kunnen werken[6]. Wel vraagt het opbouwen van een online werkrelatie soms wat meer creativiteit. Wanneer twee mensen op elkaar afgestemd zijn, kunnen ze wat ze zien en horen van de ander automatisch inschatten. Mentaliseren dus! Platte schermen, vervormingen en vertragingen zorgen dat dit automatische proces verstoord raakt. Het is moeilijker om elkaar aan te kijken en gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal komen niet goed over[7]. Hoe zorg je er dan voor dat je toch goed op elkaar afstemt? Je behandelaar compenseert dit door extra te vragen naar je belevingen: “Ik zie je verbaasd kijken, herken je dat?” en “Je vertelde me dat bij stress je handen gaan trillen. Gebeurt dat nu ook?”

“Je bent van een beeldscherm toch wel echt een persoon geworden”

Hoe denk ik er nu over? Oefening baart kunst! Door actief te benoemen wat ik in iemands gezicht zie gebeuren en bewust te vragen naar zaken die ik niet kan zien, lukt het verrassend goed om af te stemmen op wat er in cliënten omgaat. Cliënten geven soms al na één gesprek aan een klik te voelen, of te ervaren dat we op dezelfde golflengte zitten. Iets wat ik erg belangrijk vind in een behandelrelatie is gelijkwaardigheid. Het feit dat je bij online behandeling als cliënt niet op bezoek komt in de behandelkamer van de therapeut, maar ieder thuis in zijn vertrouwde omgeving is, draagt bij aan die gelijkwaardigheid[4]. Dat levert als leuke bijkomstigheid grappige interacties op. Zoals miauwende katten: “Is dat nou de mijne of de jouwe?”. Daarnaast levert het spontane kennismakingen op met partners die een grote steun zijn voor de cliënt. Daarmee krijgt de werkrelatie een persoonlijk tintje, wat de effectiviteit alleen maar ten goede kan komen. Je begrijpt het al: ik ben razend enthousiast over online behandeling. En cliënten? Een greep uit enkele reacties: “Ik vond het eerst wel spannend of beeldbellen wel zou helpen, maar ik ben er nu erg positief over en zou het anderen ook zeker aanraden.”, “Fijne begeleiding waarbij ik me geheel op mijn gemak voel.”, “Je bent van een beeldscherm toch wel echt een persoon geworden.”, “Ik vind het prettig om thuis aan mijn klachten te werken.”, “Qua behandelaars, contact en manier van werken en communiceren ben ik zeer tevreden.” En “De online behandeling voelt heel persoonlijk aan.”

Inès Hendriks, GZ-psycholoog GGz Hulp Online

[1] Asay, T. P., & Lambert, M. J. (1999). The empirical case for the common factors in therapy: Quantitative findings. In M. A. Hubble, B. L. Duncan, & S. D. Miller (Eds.), The heart and soul of change: What works in therapy (p. 23–55). American Psychological Association.

[2] Fonagy, P., & Allison, E. (2014). The role of mentalizing and epistemic trust in the therapeutic relationship. Psychotherapy, 51(3), 372–380.

[3] Bateman, A. W. (2008). Mentaliseren in de klinische praktijk. Uitgeverij Nieuwezijds.

[4] Norwood, C., Moghaddam, N. G., Malins, S., & Sabin‐Farrell, R. (2018). Working alliance and outcome effectiveness in videoconferencing psychotherapy: A systematic review and noninferiority meta‐analysis. Clinical Psychology & Psychotherapy25(6), 797-808.

[5] Wade, S. L., Raj, S. P., Moscato, E. L., & Narad, M. E. (2019). Clinician perspectives delivering telehealth interventions to children/families impacted by pediatric traumatic brain injury. Rehabilitation Psychology, 64(3), 298–306.

[6] Mitchell, E. (2020). “Much more than second best”: Therapists’ experiences of videoconferencing psychotherapy. European Journal for Qualitative Research in Psychotherapy10, 121-135.

[7] American Psychological Association. (2020, May 22). Providing relationship-oriented psychotherapy during COVID-19. http://www.apaservices.org/practice/news/relationship-psychotherapy-covid-19